maandag 21 juli 2008

Engadin Radmarathon

Op 6 juli was het zover: de Engadin Radmarathon in de Engadin, het meest Zuid-Oostelijke gebied in Zwitserland, een route over 211 km en bijna 4.000 hoogtemeters. De route bestaat uit twee lussen die beginnen vanuit Zernez. De eerste lus is 97 km lang en telt slechts 1.325 hoogtemeters. Het voert voor een deel door Italië, door een prachtig natuurpark en door Livigno. Het tweede deel is aantrekkelijker met de reuzenpassen Flüela en Albula. Voor de namiddag wordt regen en onweer voorspeld.



Het hotel (Muntanella in Ardez) is zo attent om voor de zes renners die er logeren om half zes een ontbijt te serveren. Ik besluit op het laatste moment om toch nog mijn achterspatbord te monteren. En dan om 6.15 uur op weg naar de start. We redden de ongeveer 18 km precies op tijd ondanks de twee stoplichten wegens wegwerkzaamheden, maar het is grotendeels bergafwaarts.

Het is om 7 uur koud aan de start, maar ik doe gelijk mijn hesje met windstopper uit omdat we al snel gaan klimmen, alleen mijn armwarmers houd ik aan. Een goed besluit want ik heb maar weinig last van de kou. In Livigno een uitbebreide (sanitaire) stop en dan snel verder naar de Berninapas. Bij die bestijging kom ik mijn vriend André weer tegen en ik klim op mijn dooie gemak met hetzelfde tempo als hij, ook op zijn dooie gemak. Ik heb het gevoel dat ik met de M5 CHR toch wat trager ben dan met mijn racefiets omdat ik doorgaans André al snel loste bij de vorige tochten. Maar mogelijk heb ik het wat meer op gemak gedaan dan voorheen om mijn krachten te sparen voor de Flüela en de Albula.



Op het vlakke stuk bij het meer van Livigno haal ik heel wat racers in. Ik krijg veel enthousiaste reacties van zowel mensen langs de kant als van fietsers. Slechts een enkeling kan een kreet niet onderdrukken als ik met grote snelheid voorbij kom. Omdat ik in de achterste geledingen ben gestart haal ik ook nog heel wat mensen in bij het stijgen, slechts een enkeling haalt mij in bergop.



Deze vrolijke dames moedigen een ieder wel heel hartelijk aan. Later zal blijken dat de voorste dame binnenkort in het huwelijk zal treden, daar komen we bij de prijsuitreiking achter.



Op de Berninapas begint het al te spetteren. En dan begint het al vroeg in de ochtend, na 40 km flink te plenzen en te hagelen. Ik ben blij dat ik het spatbord heb gemonteerd, geen koude douche in de nek. En het fietstasje blijft redelijk droog! Ik zie André nog even bij de afdaling omdat hij wat eerder naar beneden ging. We spreken af dat we niet doorfietsen als het blijft regenen.
Na ongeveer 70 km moet ik mijn bril afzetten omdat die beslaat en ik bijna niets meer zie. Bij het steile stuk van de afdaling ben ik even ingehaald door een racefietser die zich heel mooi in de vorm van een ei kon plooien, maar even later haal ik hem weer in. Op het wat meer vlakke stuk haal ik een klein groepje in dat achter mij blijft hangen, zij het dat zij wel telkens van positie wisselen. Kennelijk houd ik ze toch een beetje uit de wind, en dankzij mijn spatbord moet het comfortabel zijn om achter mij te blijven rijden. Als het een beetje bergop gaat halen zij mij weer in en zo blijven we enkele tientallen kilometers achter elkaar rijden tot het moment dat ik mijn bril moet afzetten.





Bij de finish voor de korte route haak ik af. André ziet mij niet en rijdt nog door de Flüela op. Het valt hem op dat hij helemaal alleen rijdt en voortdurend renners naar beneden ziet komen, dus kennelijk opgeven. Boven op de pas trekt het plotseling helemaal dicht en hij besluit ook terug te gaan. Onderweg verkleumt hij helemaal, de afdaling is niet zonder gevaar.

Als ik sta te wachten op André (ik heb niet in de gaten dat hij doorgereden was) verkleum ik ook helemaal en na een half uurtje fiets ik weer naar het hotel en warm weer een beetje op.
Jammer van de regen, maar dat kun je verwachten in de bergen. Ik ben blij dat ik zo verstandig was om op te houden. Volgende keer beter.