maandag 28 juli 2014

Op de fiets van Arnhem (Nederland) naar Trapani (Sicilië, Italië)

Week 1 reis naar Trapani Deze week was een beetje saai, hetgeen ook wel te verwachten was. Tot en met vanochtend was het weer telkens heel prettig en wind vrijwel elke dag in de rug. De eerste dagen volgde ik een route die ik via de fietsrouteplanner Naviki genereerde. Fig. 1 Zo stel je je het Ruhrgebied voor. Fig. 2 De Rijn vlak voor Koblenz. Daarbij koos ik steeds de kortste route, hetgeen door het programma letterlijk werd opgevat waardoor ik met enige regelmaat op slecht begaanbare paden kwam, vaak heel zanderig of juist met grote keien en niet zelden met forse stijging of daling. Dus besloot ik dag 3 of 4 over te gaan op een bekende route, met gevolgen. Fig. 3 Processie in Bingen. Behalve het stuk langs de Rijn tussen Bonn en Koblenz zag ik vrijwel geen andere fietreizigers. Langs de Rijn zag ik er vele tientallen, hetgeen toch een soort kuddementaliteit bij ‘deze vrijbuiters’ doet vermoeden. Fig. 4 Pont over de Rijn na Speyer. Eenmaal op de bekende Rome-route kom ik elke dag enkele Nederlanders tegen met hetzelfde reisdoel. Meestal een stel, één keer een wat oudere dame op een fiets die maar weinig jonger was dan ikzelf. Fig. 5 Burcht in Sigmaringen. Fig. 6 Bodensee. Gisteren lukte het op de zesde dag Oostenrijk te bereiken. Ik fietste langs de Bodensee en had mij net voorgenomen om na Bregenz een kamer te gaan zoeken. Toen werd ik ingehaald door een wat oudere dame op een elektrische fiets. Zij vroeg mij of ik een kamer zocht, zij had er een voor € 25 inclusief ontbijt. Bij haar thuis gekomen, keurig groot huis met grote tuin en keurige straat, bleek het zeer de moeite waard. Kleine zitkamer met keuken en koffiezetapparatuur, aparte badkamer en aparte slaapkamer. Vanuit het ene raam uitzicht op Zwitserse bergen, vanuit een ander uitzicht op Vorarlberg in Oostenrijk. Fig. 7 Grens Oostenrijk - Zwitserland. Vandaag, de zevende dag, was een andere dag, die overigens ‘gewoon’ begon. Na een heerlijk ontbijt om kwart over acht op de fiets. Al snel de jas uit, het wordt warm. Flink doorfietsen, voor vanmiddag is regen voorspeld, onweer en stormachtige buien. Om drie uur ziet de lucht zwart en begint het te regenen. Ik ben pas aan het begin van de Arlbergpas die ik graag had willen passeren. Er vallen ver weg twee klappen onweer en dan is het slechte weer overgedreven. Dus maar verder. De pas is toch zwaarder dan gedacht, heel wat stukken boven de tien procent. Dan gaat het gewicht van de bagage flink tellen. Op driekwart even rust, de koek dreigt op te raken. Wat ben ik blij met een zakje Studentenfutter dat ik zaterdag bij de Lidle had gekocht. Er zitten veel zoete dingen is als Turks fruit, kokos, banaan en rozijnen. Om vijf uur ben ik boven op de pas: 1800 meter. Het regent dan al tien minuten hard en dan vallen er heel dichtbij enkele rake onweersklappen. Dus snel het eerste hotel in. Het blijkt dat in dit dorpje – St. Christoph – alle hotels gesloten zijn. Ik neem een cola en wacht het onweer af en vervolgens in de stromende regen naar beneden naar St. Anton. Daar vind ik snel een hotel en kom klappertandend binnen. Het is flink afgekoeld. Ik haal weliswaar Landeck niet, maar dat is alleen nog maar bergaf, ongeveer 20 km? Er zullen vast nog wel dagen komen waarop ik naar een verfrissend buitje zal verlangen. In ieder geval zijn de tassen waterdicht. Week 2 reis naar Tapani De omstandigheden bij het verlaten van St Anton waren ongewijzigd. Het regende. In Landeck hield het min of meer op. Toen op weg naar de Reschenpas. Die viel tegen in de zin dat het eindeloos lang duurde voordat de echte stijging begon: meer dan 40 km! Onderweg werd ik ingehaald door twee fietsreizigers, hetgeen voor het eerst was en daarna tot nu toe ook niet meer voorkwam. Het waren twee Duitse jongens op weg naar Venetië. Ik heb nog even met ze op gefietst maar moest ze toen laten gaan. Op 1400 meter ben ik bij Norberts Höhe, maar noch qua afstand noch qua hoogte is dit de Reschenpas. Ondanks de bijzonder aantrekkelijke herberg met terras leek het me verstandig door te buffelen. Fig. 8 Italië bereikt! Om kwart voor drie ben ik boven waar tevens de grens met Italië is en de zon schijnt. Het blijft nog een tijd op en neer gaan, ik fiets op een prachtig fietspad dat loopt tot aan Verona aan de Westkant van het meer. Dan gaat het regenen en precies op tijd dient zich een herberg aan met uitzicht op het meer en de spits van het torentje van de kerk van Graun aan de overkant. Door de aanleg van een stuwdam zijn drie meren aaneengesloten geraakt en de dorpjes Reschen en Graun deels verdronken. Het slechte weer trekt met een noodvaart over het meer terwijl ik de lunch verorber. Indrukwekkend, dat slechte weer. Fig. 9 In Merano aangekomen. In Laas vind ik een kamer. Tijdens de avondmaaltijd klinken er voortdurend knallen. Er is een festiviteit met feesttent en muziek en enkele mannen doen een wedstrijd knallen met een wel drie meter lange zweep. Het schijnt typisch voor Zuid-Tirol te zijn. Die avond verliest Italië bij het WK voetbal en wordt naar huis gestuurd. Ik merk geen opwinding rond en in het hotel. De volgende ochtend vraag ik aan de jongen van het hotel of men erg teleurgesteld is door de nederlaag. Er verschijnt een heel grote glimlach op zijn gezicht en hij zegt dat het meevalt. Meer naar het Zuiden zullen ze wel meer teleurgesteld zijn. Fig. 10 Indrukwekkende hoogliggende waterwerken in Noord-Italië (links op foto). Fig. 11 Rivier Po. Op de negende dag volg ik de Adige, een kolkend riviertje dat steeds breder wordt. Er zitten spectaculaire watervallen in en het gaat lekker naar beneden. Ik fiets de hele dag tussen de fruitbomen, meer dan honderd km lang. De Betuwe is hier echt kinderspel bij. Dit gebied schijnt de grootste hoeveelheid ooft voor Europa te leveren. De omstandigheden lijken me ideaal: warm en vochtig. De laatste 25 km zijn vrijwel vlak en er is een stevige en warme tegenwind. De rivier ligt hier in een vrij smalle kloof, een of enkele kilometers breed. Het is harken. Ik land bij een hele simpele herberg waar ik goed slaap en eet. Ik ontmoet er Leon en Bernadette die hier al meer dan 30 jaar overnachten op weg naar hun bestemming aan de Adriatische kust. In het begin deden ze drie dagen over die reis. Er is geen menukaart, je kunt steeds uit twee dingen kiezen. Fig. 12 De vestingsmuren van Ferrara. De tiende dag gaat het naar Verona. Ik had het plan om de opera bij te wonen, maar het weer is onstabiel en bij de eerste drup houden ze er mee op. Dus gaat het voor mij niet door, ik moet nog maar eens terugkomen. Vandaag had ik ook enkele buitjes, maar als ik vlak bij Verona ben zie ik links van me enorme buien ontstaan van de warme lucht die opstijgt tegen de Alpen. Er zijn nog steeds veel fietspaden die deels langs indrukwekkende afwateringswerken lopen, gebouwd als een soort aquaducten. Fig. 13 Strand. De 11e dag is het weer warm. Het is vrijdag en tussen de middag beland ik in het plaatselijke hotel van een heel klein dorpje. Ik kom rond kwart over twaalf binnen, is nog bijna niemand. Tien minuten later zit er meer dan 50 man en één enkele vrouw. Je kunt telkens kiezen uit vier, ik krijg tonijnsalade, een soort goulash met aardappelkoeken en perziken toe. Bijzonder smakelijk allemaal. Daarbij water, jus d’orange en koffie. Kost € 12,50. En iedereen is weer net zo snel verdwenen als ze gekomen zijn. ’s Avonds haal ik de Po. Ik zit in een saai hotel waar ze alleen maar vis serveren bij het avondeten. Ik neem een driegangenmenu met wijn en water voor € 35. Na drie gangen met veel vis volgen er nog twee gangen met nog veel meer vis en schaaldieren en inktvis. Het is echt ‘tropo’, maar wel heel erg lekker. De dag erna rijd ik via Ferrara en Ravenna tot aan de Adriatische zee. Ik krijg weinig van de steden mee, aan zee is het bijzonder druk. Het is wel warm, ook aan zee. Fig. 14 Ancona. Op zondag is het harken tegen de wind in. Ik volg grotendeels de SS16 die parallel aan de kust loopt. Zondag haal ik Ancona, een heel erg leuke stad. Vandaag naar Pescara met de wind in de rug. Het gaat veel gemakkelijker dan gisteren, ook al is het vrijwel net zo warm. Fig. 15 Strand. Deze week dus goed gefietst, de afstanden waren 127, 119, 131, 123, 143, 124 en 151 km. Ik verwacht nog minimaal twee dagen langs de kust en daarna komen de hete bergen van de hak en de voet van de laars. Week 3 reis naar Trapani Deze week heb ik het wat rustiger aan gedaan omdat ik de laars ben overgestoken van de Oostkust naar de Westkust, maar omdat ik wat last krijg van de zenuwen in beide handen. Aanvankelijk was ik van plan door te fietsen naar Bari, maar na Termoli moest ik toch het binnenland in toen bedacht ik dat ik beter maar door kon fietsen naar de andere kant van de laars. Dag 15 eerst nog van Pescara tot voorbij Campomarino. Hier heb ik een hotel vlak bij het strand en het seizoen is nog niet begonnen in Italië. Er zijn alleen jonge oude stelletjes en verder gezinnetjes met heel jonge kinderen. Fig. 16 Windmolens De dag daarop naar Foggia. Dat was geen prettige route: veel troep en veel hoeren langs de kant van de weg. Foggia is geen leuke stad. Om een uur wordt ik wakker door een hoog gierend geluid met daarna harde knallen, alsof iemand grote stenen in een grote bak gooit. Het duurt een half uur en ik kom er niet achter wat het is. Een uur later is het er weer, dan onder mijn raam. Ze zijn midden in de nacht grote containers aan het legen! Tussendoor heeft een van de buren een radioprogramma met lange monologen, afgewisseld door de prachtigste aria's. Tja. De routeplanner laat mij ook regelmatig in de steek. Dag 17 naar Melfi begon heel mooi met prachtige landbouwwegen, maar toen hield het op en werd de weg ronduit beroerd. Er is zelfs een stukje weg dat nog wel geregistreerd staat bij OSM, maar niet meer begaanbaar is: de struiken tussen het asfalt reiken tot mijn ellebogen en het stukje weg eindigt tegen de vangrails. Ik heb toen besloten alleen nog maar doorgaande wegen te nemen. Melfi is ook niet bijzonder. Fig 17 Stuk niet begaanbare weg. Dag 18 naar Potenza. Ik had de route planner alleen het laatste stukje laten uitrekenen naar het hotel. Dat gaat prima, binnen de kortste keren sta ik op 10 meter van het hotel, met als enige probleem dat het hotel 20 meter hoger ligt. De hoogteverschillen in dit stadje zijn enorm! Het kost me drie kwartier om het hotel te bereiken en dan heb ik bijna de hele binnenstad gezien. Het is een echt pareltje met een erg leuke winkelstraat. Het hotel heeft ook een restaurant, waar bijna niemand komt. Jammer, het eten is prima. Fig. 18 Zonnepanelen zie je hier maar zelden. Dag 19 is het niet eenvoudig om Potenza te verlaten. Op de kaart lijken wegen elkaar te kruisen, maar dikwijls lopen ze over en onder elkaar. Als ik al een hele tijd geslingerd heb, zie ik twee carabinieri staan, die geen woord Engels spreken. Ze wijzen naar rechts en zeggen dat ik de borden Tito en Brienza moet volgen. Aardrijkskundig is dit advies helemaal juist, er staan alleen de eerste tien kilometer geen borden met deze namen. Maar het lukt om tot Padula te komen. Daar vindt ik een hotel tegenover een oud klooster. Het hotel is prima. Er is die avond een huwelijksfeest waar ik gelukkig geen last van heb. Het klooster heb ik bezocht en het is geweldig: prachtige marmervloeren met blokmotieven, schitterend houtsnijwerk en hele mooie goed geconserveerde muurschilderingen. Je kunt ook de keuken bekijken met een enorme schoorsteen die heel hoog gaat en taps toeloopt. Verder is er nog een klein museum met opgravingen uit de Griekse en Romeinse tijd. Padula zelf is een leuk plaatsje dat tegen een bergwand geplakt ligt. Het hotel en klooster liggen eronder in de vallei. Fig. 19 Klooster in Padula vanaf de stad gezien. Binnen fotograferen mag niet. Na Padula neem ik een spurt naar de zee en kom tot Paola. Onderweg in Casalbuono wordt ik nog getrakteerd op vrolijke muziek door de plaatselijk harmonie, zondagochtend om negen uur! De Apenijnen zijn aan de Oostkant goeddeels gecultiveerd, maar deze dag zie ik een heel ander beeld: woeste bergen met overwegend bos. Fig. 20 Woest landschap met stadje westelijke helft Apenijnen. De infrastructuur, ook van de secundaire wegen is indrukwekkend met veel viaducten en tunnels. Lastig van de tunnels is dat de weg vaak versmald is, de verlichting matig is of ontbreekt en de Italianen niet altijd de moeite nemen om hun verlichting aan te doen, hetgeen zeker bijdraagt tot het verhogen van de spanning. Ik prijs mij gelukkig met een naafdynamo, ik kan gemakkelijk de verlichting van de fiets al rijdend aan doen. Als ik aan de kust kom ziet het er dreigend uit, het blijft echter droog. De weg is prachtig, breed en voorzien van veel bloemen aan de kant. Fig. 21 Strandplezier zoals in de jaren vijftig met de auto op het strand. Vandaag van Paola tot iets voorbij Gioia Tauro gereden. Het ging heel goed, bij de koffie meer dan 50 km, daarna heel snel 25 erbij en toen kwam een lange stijging. Met een daverende hongerklop kwam ik boven, waar ik aanvankelijk wilde blijven. Morgen zou zich de situtatie herhalen, met een heftiger stijging, dus ben ik na de lunch maar doorgefietst. Ik zit nu nog 42 km voor de veerboot naar Sicilië. De komende week kan ik dus rustig aan doen. Deze week resp. 113, 86, 71, 56, 73, 135 en 140 km gefietst. Nog een week te gaan. Week 4 reis naar Trapani Op dag 28 heb ik het reisdoel bereikt. De laatste week heb ik flink moeten temporiseren om niet veel te vroeg aan te komen. Meestal zat het weer mee, vaak had ik de wind in de rug, zoals de eerste hele week in Duitsland. In Italië viel het ook mee om in de hitte te fietsen. Wellicht had ik ook hier geluk, ondragelijk was de hitte niet. Blijven bewegen is het geheim, zodra je even stil staat in de zon, breekt het zweet aan alle kanten uit. Trapani dag 22 Palmi - Villafranca Tirenna 88 km Ik ben blij het hotel te verlaten, ook al ziet het er goed uit, wat kitsch hier en daar buiten beschouwing gelaten. Bij het afrekenen moet ik uitleggen dat ik half pension had en dus de maaltijd van gisteren inclusief was. De juffrouw achter de bali controleert het over de telefoon en steekt en passant een hele tirade af aan degene aan de andere kant van de lijn. Het hotel is gewoon niet gastvrij. Het is een behoorlijke klim die ik voor de kiezen krijg, maar de beentjes zijn weer uitgerust. De weg is wisselend, maar hoe verder ik naar het Zuiden kom, hoe vaker hij smal, te smal is. Verder een werkelijk schitterende weg langs de rotsen met hele mooie vergezichten op zee. Ik kom voor het eerst weer twee fietsreizigers tegen als ik met volle vaart naar beneden een hoek omdraai. Jammer, ik had graag een praatje gemaakt. Dan komt er korte tijd later een soloreiziger die niet wil communiceren maar desgevraagd nog wel roept dat bij naar Napels fietst. In Scilla koffie. Ik speur nog naar de overkant voor Charybdis, te vergeefs. Het zou ook Scylla moeten zijn. Dan weer op pad en om half twaalf zie ik Sicilië, een prachtig moment. Ik controleer het even met de Garmin, maar het is echt Sicilië. Wat ligt het dichtbij! Als ik bij de aanlegplaats van de veerboot kom, zie ik hem net aankomen. Het gaat allemaal heel snel, om twaalf uur varen we en ruim een kwartier later stap ik het eiland op. Fig. 22 Eerste Nederlandse tekst sinds weken op de boot naar Sicilië. Op de boot nam ik al een broodje maar de maag verlangt nog een ijsje en ik koop tegelijk een fles water. Ik wil nog naar Villafranca Tirenna en blijf maar gewoon de kust volgen. In Messina valt de hitte drukkend op je neer. Het begint hier met enkele kilometers fietspad. Daarna weer de gewone doorgaande weg die ook hier hele mooie stukken kent. Iets na Viilafranca vindt ik een heel prettig B&B met internet en een fijne tuin met schaduw. En ze hebben een restaurant, ik ben benieuwd. Het restaurant is in de grote tuin die grenst aan de doorgaande weg. Er is voortdurend gezoef van auto's. Er wordt voor twaalf personen gedekt, er zijn nog tafels ongedekt. Het is pas de tweede keer dat ik buiten eet, hetgeen me nu opeens verbaast. De kaart laat stevige prijzen zien voor Italiaanse begrippen. En er is de klein podium met een geluidsinstallatie: live muziek? Het bedrijf heet Jazz en op de muur van mijn kamer is een notenbalk aangebracht. Trapani dag 23 Villafranca Tirenna - Gioiosa Marea 63 km Gisteravond was ik in vertwijfeling geraakt toen ik nog eens de kaart bekeek. Ik heb nog ruim de tijd naar Trapani en was de Zuidkust niet beter geweest? Daar heb je leuke steden als Catania, Syracusa en Agrigento. Én je komt langs de Etna. Zal morgen toch maar oversteken? Dan moet ik klimmen tot ruim 1200 meter. Gisteravond leek het me koel genoeg in mijn kamer en had ik de airco uit gedaan en een raam wat open gezet. Vannacht was het erg benauwd en ik heb vier keer moeten opstaan om een mug om het leven te brengen. Dus heb ik mijn plan omgegooid en ben weer op de fiets gestapt. Vanochtend nog een foto gemaakt van de trotse eigenaar en zijn vrouw voor het aquarium waar de super verse zeedieren van de maaltijd van gisteren uit kwamen. Hij had ook kreeften en oesters. De weg was vanochtend eerst saai langs lintbebouwing en door een stukje binnenland en daarna spectaculair langs de zee aan de rand van de rotsen. Ook enkele beklimmingen. Bij Falcone koffie en hier haal ik een fles water bij zo'n hele kleine kruidenier. Waar leven die mensen nog van en hoe lang nog, want hier heb je ook grote supermarkten. Dan een stevige klim. Bij Tindari is een heel mooi gebouw boven op een rots: een oud klooster? Voor de kust zie ik op afstand eilanden liggen, vermoedelijk Vulcano en Lipari. Fig. 23 Prachtige wegen langs de zee. Na 60 km begint de wind flink aan te trekken en ga ik een kamer zoeken in Gioiosa Marea, een leuk klein plaatsje in een baai. Hier vind ik een B&B met een klein plaatsje waar je onder een citroenboom kunt zitten. Het heet I Mucci. Aan het einde van het smalle steile straatje zie je de zee. Dichtbij kan ik heerlijk lunchen op een terras. Hier zit ik ook heerlijk in de schaduw van bomen bij een leuk fonteintje uit 1893. Het is mijn tweede B&B, maar tot nu toe veel beter dan de meeste hotels. Goede kamer met dito badkamer én airco. En een tuin waar je heerlijk beschut kunt zitten onder een citroenboom die vol met rijpe vruchten hangt. En men is veel vriendelijker dan in de hotels. Even dacht ik nog wat meer kilometers op een dag te doen en dan een hele dag uit te trekken voor Palermo. Maar het lijkt me eigenlijk ook te warm om nu zo'n stad te bekijken. En ik heb het nu ook wel gehad met het fietsen. Dus het laatste stuk worden stukjes van 50 - 70 km. De komende dagen komt er weer stevige tegenwind en mogelijk ook regen. Dan kom ik naar verwachting maandagmiddag in Trapani. Trapani dag 24 Gioiosa - Tusa 73 km Om acht uur een heerlijk ontbijt maar helaas geen yoghurt. Wel geroosterd brood met tomaatjes en een kleine fruitsalade. Het B&B is me weer goed bevallen. De weg is weer prachtig met slechts lichte stijgingen en veel bloemen langs de kant. Die hebben hun beste tijd gehad, maar ik kan me goed voorstellen hoe prachtig het eiland in het voorjaar moet zijn. Al enkele keren heb ik groentemannen gezien die in zo'n bromvrachtwagentje rijden. Sommigen hebben een luidspreker om aan te kondigen dat ze eraan komen. Fig. 24 Groenteman, hij komt nog aan huis. In San Stefano zijn meerder keramiekfabrieken. Prachtige schalen, vazen, hangpotten, tafels, serviezen enz. Ik vraag of ze een aankoop ook kunnen sturen. Dat is geen probleem, ze kunnen alles naar alle plaatsen op de wereld sturen. Ik wil wel enkele ovale schalen kopen, maar de verzending moet € 150 kosten. Dat is weinig minder dan de schalen moeten kosten. Ze zijn nog wel bereid om ruim 15% korting op de schalen te geven, maar ja. Ik had gepland om in San Stefano een kamer te nemen of een dorp later. Het is nu goed fietsweer, dus ga ik nog maar even door. In het volgende dorp is een hotel dat Atelier sul Mare heet. Het blijkt een hotel voor en met moderne kunst te zijn. De receptioniste is zichtbaar teleurgesteld dat ik een standaard kamer wil. Ze laat nog wel enkele art-kamers zien die inderdaad erg leuk en origineel zijn, maar ja, het blijven malle fratsen van moderne kunstenaars. Één kamer heeft uitzicht op zee en het bed lijkt op een soort vlot te liggen. Een andere kamer kun je slechts bereiken via een heel smal gangetje met kronkels. Tja. Het hotel ligt overigens prachtig in een kleine baai vlak bij de zee. Om de hoek is een leuk restaurantje met terras direct aan de spoorlijn waar ik een voedzame lunch neem. Naast het hotel is een soort restaurantje annex expositieruimte dat er ook bij hoort. Daar en in het hotel en in alle kamers is moderne kunst uitgestald. Er zitten best grappige dingen bij. Aan de overkant van de straat is een overdekt terras aan het strand met luie stoelen en banken. Fig. 25 Overdekt terras. Het is daar heerlijk zitten met het geruis van de zee en een lekker windje. Er zijn prachtige golfen in de zee die mooi opspatten tegen de rotspunten die uitsteken boven het water. Trapani dag 25 Tusa - Palermo 101 km Om acht uur fiets ik weer, op naar Cefalu waar ik voor tien uur aankom. Ik fiets door het centrum dat er bijzonder leuk uitziet met smalle steegjes en een kathedraal vlak voor een grote uitstekende rots. Maar de pret wordt bedorven door de horden toeristen en de schreeuwerige winkeltjes met prullaria. Dus snel door. Aan de rand van de stad strijk neer op een leuk terras dat echter aan een veel te drukke weg ligt. Ze vragen drie euro voor een cappuccino, het meeste voor de slechtste koffie tot nu toe! Dan door naar Termini Imerese. Eerst nog een flinke bult op waar ik een groep fietsreizigers zie. Overigens, in Cefalu zag ik er ook twee. De intocht in Termini is spectaculair. De doorgaande weg gaat hier nog dwars door de stad door heel smalle straatjes die blauw staan van de uitlaatgassen. En het gaat nog flink omhoog ook. Ik moet een paar keer de fiets voor een achterop komende auto gooien om te voorkomen dat ik op onverantwoorde wijze wordt ingehaald. In het eerste dorpje lunch met pasta op een heerlijk terras. Vooraf krijg ik als verrassing een behoorlijke portie mosselen van het huis, gekookt in knoflook. Heerlijk! Aanvankelijk wilde ik in Termini I blijven, maar ik ga toch maar door naar Palermo. Fig. 26 Hierachter ligt Palermo. Om kwart over drie kom ik de stad in en neem ik een ijsje om onderwijl een hotel te zoeken. Het Igiea Hotel, waarin ik volgens familietraditie mijn intrek zou moeten nemen, is vol. Erg spijtig om hier een breuk met de traditie te moeten maken, maar het is echt overmacht. Dus strijk ik neer in het Grand Hotel Garibaldi. Trapani dag 26 Palermo - Palermo 23 km Gisteravond viel de iPad voor de tweede keer deze reis. Er zat al een barst in het glas. Nu is het glas helemaal gebroken en er komen scherven vrij. Op de iPhone zocht ik gisteren al op hoeveel het zou kosten in Nederland (ong. € 130) en of je erop kunt wachten (ja). Ook in Palermo zitten enkele bedrijven die dit repareren. Het is namelijk een heel veel voorkomend euvel. Ik had een lijstje met telefoonnummers en de portier is zo aardig om ze voor mij te bellen. Pas bij de vierde en laatste is het bedrijf bereid om het op zaterdagochtend te doen. Kosten: € 90. Gelukkig had ik de fiets! Voorafgaand was ik naar de barbier geweest. Het is een kleine zaak met twee kappers en drie stoelen. Het meubilair ziet er strak uit, gemaakt van formica met aluminiumsierstrips. Op de plankier met de wasbakken staan vele flessen in allerlei vormen. De twee kappers zelf zien er bepaald niet voorbeeldig gecoiffeerd uit. Het is zaterdag en daarom vermoedelijk zo vroeg al druk. Hier wordt nog met de hand geschoren! Een wat oudere man was voor mij. Hoewel ik het niet kon verstaan, heeft hij kennelijk over veel zaken een eigen mening, die hij graag met de aanwezigen wil delen. Tijdens zijn exposés gesticuleert hij druk en komt ook regelmatig half uit de stoel, totaal niet onder de indruk van het scherpe mes waarmee zijn baard van een week wordt verwijderd. Daarna wordt zijn gezicht gekwast met een heldere vloeistof (aluin-oplossing?) en vervolgen wordt er een royale hoeveelheid oranje vloeistof op gespoten uit een flesje met een rood rubberen slangetje waar aan einde een bol zit waar de kapper in knijpt. Daarna wordt het haar gewassen en ook daar wordt weer van alles opgespoten. Uit de radio klinkt een lied waarvan ik meen dat Ria Valk er destijds een hitje mee had. Er zijn ook klanten die de beide kappers zoenen. Een klant neemt voor de kappers zelfs een kopje caffè mee, waarvan beide heren elk een slok nemen. Als ik aan de beurt ben blijkt de kapper geen woord Engels te spreken. Ik kan hem duidelijk maken dat het haar wat korter moet maar dat ik geen mes (coltello) in mijn nek wil. Een tondeuse gebruikt hij niet, er wordt nog met de hand geknipt. Het duurt vrij lang en zelfs de haren in de neus worden meegeknipt. Ik krijg sterk de indruk dat hij voor mij een speciale vriendenprijs rekent: € 20 en voel me dan ook danig geknipt en geschoren, maar ik had het toch niet graag willen missen, even terug naar de jaren vijftig. (Normaal betaal je tussen de 7 en 12 euro voor een kortwiekbeurtje.) Met de navigatie en enig vragen vind ik de reparateur. Om één uur kan ik hem komen halen. Op de terugweg drink ik koffie in de Giardino Inglese, een leuke Engelse tuin. Hierin staat een prachtige dikke boom, die ik later ook op andere plaatsen terug zie. Hij lijkt wel uit verschillende stammen te bestaan en er hangen ook lianen aan. Daarna ga ik naar de Kathedraal, die bepaald niet spectaculair is. Wel staat er pontificaal een grote foto van een door de maffia vermoorde pater die inmiddels zalig is verklaard. Heel indrukwekkend. Dat sluit goed aan bij de recente stappen die paus Franciscus zette tegen de maffia. Al met al toch nog heel wat kilometers gemaakt. Nog steeds vind ik Palermo geen mooie stad, ook al zitten er leuke stukjes tussen. Trapani dag 27 Palermo - Castellamare 65 km Iets na achten rijd ik de stad uit. Dat gaat vlot. Na 20 km problemen met de versnelling, ik denk dat er een slag in de ketting zit waardoor hij er telkens af wil lopen. Voorzichtig doorfietsen gaat, ik haal het beoogde doel. Maar vooral als het iets steiler wordt gaat het maar net. Morgen staan de laatste heuvels op het programma, dan moet het probleem opgelost zijn. Ik vind snel een hotel en de dame achter de balie weet dat er een rijwielhandel in het stadje zit. Morgen is het maandag, dan moet hij open zijn. Fig. 27 Castellamare. Het hotel is on-Italiaans goed. Alles ziet er goed uit en functioneert ook goed. Dat was tot op heden alleen het geval in Palermo, maar dat was ook een viersterrenhotel. Na een voortreffelijke lunch aan de haven, waar ik eerste rang zat, kijk ik nog eens rustig naar de ketting. Inderdaad, er is een schakel beschadigd, een van de buitenschalmen is verbogen. Wat een geluk dat ik 'missing links' voor deze ketting had gekocht. Ik verzin tevens een listigheidje om te voorkomen dat de ketting me ontglipt: ik fixeer hem met een dunne tiewrap. Maar dat zal vast wel eens iemand eerder bedacht hebben. Het probleem is nu snel opgelost en hij fietst weer als vanouds. Vanaf het terras zag ik de heuvel waar ik morgen overheen moet al liggen: het zo'n grote uitstekende rots die in de weg ligt naar Trapani. Trapani dag 28 Castellamare - Trapani 42 km Wat heerlijk dat de fiets het weer goed doet! Ik moet over een korte afstand toch nog 565 meter klimmen. Iets na elf uur ben ik er. Snel een charmant appartementje gevonden. De reis is volbracht na 2923 km. Zit nu in het charmante B&B Ai Lumi, waar weer van alles op aan te merken is. Fig. 28 Trapani, B&B Ai Lumi. ALGEMENE OBSERVATIES Italië is indrukwekkend groot: eerste week in Duitsland en Oostenrijk gefietst, toen twee weken naar de teen van de laars. Hierbij heb ik natuurlijk het Noordelijke deel van Duitsland overgeslagen. De reis is vrij langdurig maar toch sneller verlopen dan ik had gedacht. Zo’n reis is toch moeilijk in te schatten en het weer zat meestal mee, zoals de eerste week wind mee. Het viel me ook mee om in de warmte van Italië te fietsen. Maar wellicht heb ik ook hierin geluk gehad, het was niet ondraaglijk heet. Blijven bewegen is wel het geheim als het warm is, zodra je even stil staat, vooral in de zon, begin je erg te zweten. De wegen in Italië waren wisselend, maar over het algemeen van goede kwaliteit. Soms echter ook heel slecht. Voor fietsers zijn doorgaande wegen het best te gebruiken (SS 16 en 18). SS is Strada Statale. De infrastructuur, daar waar het de wegen betreft, is in zowel Noord als Zuid Italië indrukwekkend. In Noord Italië regelmatig fietspaden, dit wordt minder naarmate je verder naar het Zuiden komt. Fietspaden houden plotseling op, overigens net als in Duitsland. Italianen in de auto: heel veel met telefoon aan het oor. Ze rijden gewoon de weg op, een ander moet maar boven op de rem staan. Ze houden geen rekening met fietsers die rechts willen passeren, het lijkt er meer op dat ze vooral ruimte links houden waar ook alle scooters passeren bij stagnatie in de stad. Op de doorgaande wegen heb ik me niet onveilig gevoeld, men houdt rekening met fietsers. Naarmate verder naar het Zuiden minder fietsers. Wielrenners begroeten je meestal hartelijk met Salve of Ciao. Het eten is over het algemeen erg goedkoop en goed in restaurants. De hotels zijn doorgaans ook goedkoop. Water in supermarkt kost vanaf 0,30 voor 1,5 L, in een bar betaal je voor een gekoelde fles 1 a 1,5 euro. Over het algemeen zijn Italianen plezierig en nijver, hoewel arbeidsproductiviteit wel een onbekend begrip zal zijn. In horeca zijn ze ongelofelijk behendig in de bediening. Administratief zijn ze goed ontwikkeld. Waar in Duitsland nergens naar een paspoort werd gevraagd, gebeurde dit in Italië maar in één B&B niet. Je krijgt ook overal een bonnetje, ook bij de kleinste kruidenier en men lijkt beledigd als je daar geen belangstelling voor hebt. Mobiel internet: 3G en 4G vallen telkens uit, dan moest ik de telefoon weer resetten. Het Zuiden van Italië is niet zo heel erg armoedig als ik gedacht had, te oordelen aan huizen en auto's. Wel valt op dat er overal, ook in Palermo nog kleine kruideniers zijn, waarvan je denkt: hoe kunnen die nog bestaan omdat er ook veel supermarkten zijn. En de groentemannen die nog rond rijden, onvoorstelbaar en je ziet er heel veel. Pijnlijk is de troep langs de weg, overigens in wisselende mate. Regelmatig zie je, ruik je ook vooral, plaatsen waar men zijn vuilnis dumpt. Er staat dan een handvol containers maar er ligt vijf keer zoveel vuilnis rondom als in die containers kan. Daar was waar het vuilnis net is opgehaald blijft nog een flinke hoeveelheid restafval liggen. Wel gezien in Italië: Lidle, geen Aldi; geen Lidle meer in Calabrië en Sicilië gezien Vooral in het Zuiden lopen veel loslopende honden. Heel opvallende waren de windmolens in Calabrië. Slechts een enkele keer zag ik zonnepanelen. In Noord-Italië is natuurlijk veel waterstroom, maar verder geen milieuvriendelijke energieopwekking gezien. Over het vinden van hotelkamer: meestal gebruikte ik trivago.it (een website die verschillende hotelaanbieders, zoals booking.com afzoekt) en dan er naar toe rijden. Vaak is de prijs dan lager dan op het internet. Niet altijd. Met B&B heb ik de laatste reisweek beperkte ervaring en die is goed. Mooie kamers en badkamers, airco, Wi-Fi én een tuin. Dat laatste hebben hotels in een stad vaak niet. En de contacten met de uitbater zijn veel prettiger. Stopcontacten in Italië zijn een ramp. Het verschil met Nederland is dat de als aarde een derde pinnetje aan stekkers hebben die tussen de andere twee pinnetjes zitten. Dikke pinnetjes, zoals bij onze geaarde stekkers passen heel vaak niet en de afstand tussen de dikke pinnetjes en dunne pinnetjes verschilt ook. Ik had onderweg een adapter gekocht, maar ook die past niet altijd. Je moet eigenlijk twee adapters hebben. Het zou een verademing zijn als is doorgevoerd dat we alle toestellen met dezelfde oplader kunnen opladen. Een moderne mens draagt heel wat elektronica mee: laptop, tablet, telefoon, fototoestel, navigatie. Ter verduidelijking: met een tablet kun je nu eenmaal beter een krant of boek lezen en met een laptop kun je het programma van de GPS gebruiken en foto's bekijken. Een combinatie van beide, laptop en tablet is wellicht de oplossing. Fig 29 Dagafstanden en gemiddelde dagafstand.

Geen opmerkingen: